Op de waterroute tussen de Oostzee en Kattegat – het Götakanaal – zijn er maar liefst 64 sluizen, omdat er in het land een hoogteverschil van 91 meter is. Op drie plaatsen levert dit een spectaculair plaatje op, omdat zich daar een hele trap van achtereenvolgende sluizen bevindt.
Berg
De trapsluizen bij Berg zijn het bekendst. De boten gaan daar totaal negentien meter omhoog of omlaag, over zeven sluizen verdeeld. Ze zijn daar gauw anderhalf uur mee bezig. Veel toeristen rijden speciaal naar Berg om naar dit spektakel te kijken en het is er dan ook altijd gezellig druk. Een restaurant, een midgetgolfbaan en een rondvaartboot complementeren het dagje uit.
Mariestad
De tweede trapsluis is westelijker gelegen, bij Mariestad. De meeste sluisdeuren zijn al 130 jaar oud, maar kunnen tegenwoordig met een afstandsbediening geopend en gesloten worden. Slechts een paar sluizen in het kanaal moeten nog met de hand bediend worden. Er is altijd wel iemand die wil helpen.
Trollhättan
De route in West-Zweden op het Trollhätte-kanaal wordt bevaren door professionele vaart. Daar zijn de deuren moderner. Het water komt van onderen in het bassin en dat gaat snel en zonder gespuit. Bij de plaats Trollhättan is ook een trapsluis en daar is het verval maar liefst 32 meter. Vroeger was er een waterval, maar in 1900 werd er een waterkrachtcentrale gebouwd om elektriciteit op te wekken. Om het waterpeil te reguleren wordt in de zomer de dam van de krachtcentrale regelmatig geopend en zo ontstaat de waterval waar per seconde 300.000 liter naar beneden stort. Een spectaculair gezicht.
Bron afbeelding: Göta Kanal
Karin Schröder
Karin Schröder is een paar maanden per jaar in Scandinavië. Ze heeft in Kopenhagen gewoond en haar man is geboren in Zweden. In de zomer varen ze over de noordelijke wateren.Nieuwsbrief
Elke twee weken een leuke update?